Tijdens de laatste les gingen we weer aan de slag met het lesfasenmodel. Uiteindelijk moesten we of een bestaande les analyseren en verbeteren of zelf een les bedenken en deze aan de hand van het lesfasenmodel maken. Ik heb samen met Cynthia zelf een les ontworpen.
Procesfase
|
Docenttaak
|
Lesinhoud
|
Voorbereiding
|
Context
|
Belevingswereld
Dieren
|
Basisplan
|
Opdracht en randvoorwaarden
De kinderen moeten een monsterlijk dier creëeren dat de wereld kan overnemen. Het moet voldoen aan de volgende eis:
-
Het dier moet 5 kenmerken bevatten van bestaande dieren
die sterk en gevaarlijk zijn
-
Het dier moet meer dan 3 verschillende kleuren hebben
De kinderen maken eerst een schets met potlood van hun dier. Daarna verven ze het op A3.
|
|
Doelen
|
Beeldend doel:
De kinderen zijn in staat losse elementen te koppelen
en samen te voegen tot een nieuw geheel.
Technisch doel:
De kinderen kunnen een vergrote versie van hun tekening
verven op A3. Ze kunnen om gaan met verf.
|
|
Receptie
/Oriëntatie |
Introduceren
|
Beeldcultuur
In films staan grote en gevaarlijke wezens vaak
centraal. Denk aan Godzilla.
Beeldaspecten
Sterk en gevaarlijk qua vorm.
Ontwikkelingsfasen
2b
|
Informeren
|
Beeldbeschouwen
Ik kies een afbeelding van een mythologisch dier dat ook uit meerdere elementen bestaat. Hier stel ik verdiepende vragen over om er achter te komen wat de kinderen al weten en om ze een idee te geven waar de opdracht over gaat. |
|
Instrueren
|
Beeldend Probleem
Jullie moeten een dier gaan creëeren dat de wereld zou kunnen gaan overnemen. Je moet van 5 bestaande dieren een element nemen en deze samenvoegen tot een nieuw dier. |
|
Productie
/Uitvoering |
Observeren
|
Beeldend Vermogen
Door rond te lopen wanneer de kinderen aan de slag gaan met het schetsen van hun dier, kun je zien in welk stadium een kind zich ongeveer bevindt. |
Begeleiden
|
Werkprocessen-wat ga ik met ze doen
Ik begin de opdrach met een introductie over het soort dieren dat de kinderen uiteindelijk moeten maken. We bekijken een afbeelding van een mythologisch dier dat ook uit meerdere elementen bestaat en ik stel wat vragen hierover. Daarna geef ik de opdracht om 5 elementen van andere dieren op te schrijven. Als ze dit gedaan hebben mogen ze hun nieuwe dier gaan schetsen. Voordat ze mogen gaan verven controleer ik of er 5 elementen zijn. |
|
Afronden
|
Lokaal/tijdsmanagement
Deze opdracht bestaat uit 2 lessen. De eerste les
bedenken ze hoe hun dier er uit gaat zien en schetsen ze deze met potlood op
een A4. De tweede les gaan ze hun dier verven op A3. Beide lessen duren 45
minuten (exclusief uitleg).
|
|
Reflectie
/Nabeschouwing |
Nabespreken
|
Reflecteren
We leggen alle werkstukken op de grond en gaan
analyseren welke elementen we terug zien. Dan leggen we de werkstukken die
dezelfde elementen bevatten in groepjes bij elkaar. Daarna gaan we klassikaal
bekijken welke dieren het sterkst ogen.
|
Beoordelen
|
Beoordelingscriteria (rubric)
Een
schema met een aantal kritische punten. Elke punt kan 0, 1 of 2 punte waard
zijn. Je telt de punten op en zo kom je tot een cijfer.
- ziet het dier er gevaarlijk uit - het dier heeft minstens 3 verschillende kleuren - ziet het dier eruit alsof het in een film kan spelen en de stad kan aanvallen - heeft het dier 5 elementen van bestaande dieren |
|
Presenteren
|
Presentatievorm
Wat leuk zou zijn, is om
alle dieren uit te knippen en ze op een rij op de gang of op de ramen te
hangen, maar hierbij ook een aantal grote gebouwen knutselen en deze er bij
ophangen, zodat het lijkt of te dieren door een stad lopen.
|
|
Evaluatie
|
Evalueren
|
Opdracht en randvoorwaarden
|